Zuid-Holland, N.V. Koninklijke Plateelbakkerij (PZH)

Naam: 
Zuid-Holland, N.V. Koninklijke Plateelbakkerij (PZH)
Plaats: 
Gouda
Nationaliteit: 
Nederland
Werkperiode: 
1898-1965
Geschiedenis bedrijf: 

Op 2 april 1898 richt de Goudse pottenbakker Adrianus Jonker Krijnszoon samen met Egbert Estié uit Purmerend de 'Plateelbakkerij Zuid-Holland, E. Estié & Co' v.o.f. op. Estié brengt zowel zijn vakkenis als materialen in voor een bedrag van ƒ 5000,- en Adrianus Jonker levert een kapitaal van ƒ 9000,-. Het nieuwe bedrijf koopt voor ƒ 25.000 de aardewerkfabriek 'Het Hert' aan de Kandeelsteeg van de familie Jonker aan de Raam te Gouda. Hier worden de eerste proeven met het sieraardewerk genomen. In de eerste jaren van het bestan van het bedrijf groeit het personeelsbestand van achttien naar zestig. In 1903 wordt de samenwerking tussen Jonker en Estié ontbonden en wordt B.J.C. Hoyng de nieuwe eigenaar. De naam wordt gewijzigd in 'N.V. Plateelbakkerij Zuid-Holland', in de volksmond 'Plazuid' genoemd, in de laatste jaren van het bestaan van de fabriek vaak PZH. In het najaar van 1905 wordt Egbert Estié vervangen als directeur. In 1908 wordt W.A. Hoyng - een jongere broer - directeur. Maar de gedreven, creatieve geest Egbert Estié had in de eerste jaren van de 20e eeuw toch vooral bijgedragen aan de groei en succes van het bedrijf. Tussen 1919 en 1921 telt het bedrijf meer dan 300 personeelsleden. In 1930 verkrijgt het bedrijf het predicaat Koninklijk en de officiële naam wordt dan 'N.V. Koninklijke Plateelbakkerij Zuid-Holland'. In 1927 ontstaat er arbeidsonrust vanwege de onenigheden over een nieuw af te sluiten CAO voor de plateelarbeiders. De werknemers van 'Plazuid' leggen als eersten het werk neer en dat voorbeeld wordt nagevolgd door de collega's van de andere plateelfabrieken in Gouda. Pas in februari 1929 wordt – door bemiddeling van een Goudse wethouder – het conflict beslecht. Het bedrijf heeft veel te lijden van de daaropvolgende economische crisisjaren en in 1936 wordt zelfs overwogen om het bedrijf te sluiten. Door de productie vooral te richten op gebruiksaardewerk en minder op sieraardewerk weet men de dreigende sluiting te voorkomen.

Het bedrijf kent qua productie diverse perioden/ productielijnen:

a. Hoogglans sieraardewerk. Er wordt tot circa 1910 geschilderd met gekleurde verven op basis van metaaloxyden en werden vervolgens met een hoogglansglazuur bedekt in de zogenaamde gladbrand. Soms schijnt de witte ondergrond van het biscuit licht door de schildering heen. De decors in deze periode zijn veelal van exotische bloemen als orchideeën, papaverachtigen, blauwpaarse irissen en rode tulpen. De compositie is meestal symmetrisch van opzet. 

b. P-decors. Vanaf circa 1902 wordt in navolging van het succesvolle Rozenburg eierschaal porselein zogenaamde 'kantjes' vazen in P (Porselein)-decors geproduceerd. In tegenstelling tot Rozenburg is dit type aardewerk in relatief zachtgebakken klei uitgevoerd. De schildering door het arceren met dunne opvullijntjes geschiedde direct op de lichte (klei) ondergrond. Met de komst van Willem P. Hartgring in 1907 van Rozenburg naar Plateelbakkerij Zuid-Holland vond een belangrijke vernieuwing van de P-decors plaats. In 1907/08 ontstaan dan het NP (Nieuw Porselein)-decors waarbij de arceringen grotendeels verdwijnen.

c. Lichte mat-decors. Vanaf 1909 ontwikkelt Daniël Harkink een matglazuur op een creme ondergrond. De decors worden mat-vogels en mat-bloemen genoemd.

d. Volgeschilderde mat-decors. In 1907 en 1908 bezoeken Daniël Harkink en Leen J. Muller in Parijs het Musée de Cluny. Hier tekenen zij allerlei decors na van het vroege Islamitische aardewerk. Het levert de revolutionaire decors Damascus en Rhodian op dat in matglazuur werd geschilderd.

e. Delfts blauw en polychroom. Sinds de oprichting waren traditionale Delfts blauwe en polychrome decors in het assortiment opgenomen.

f. Wit geglazuurde vormstukken. Deze zijn gevormd in de mal uit witbakkende klei zijn vanaf circa 1910 een thema geweest in de productie.

g. Ontwerpers. Met de komst van interne en externe ontwerpers wordt veel vernieuwingsaardewerk ontwikkeld. Diverse lijnen worden tot op de dag van vandaag als topontwerp aangemerkt.

h. De serviezen van 'Plazuid' zijn in de jaren na 1935 toonaangevend. Ook na de Tweede Wereldoorlog floreert het bedrijf nog enige tijd, maar de concurrentie van de andere Goudse aardewerkbedrijven (vooral van Zenith en Goedewaagen) is groot. Net als Goedewaagen is 'Plazuid' bezig met het ontwikkelen van een nieuwe fabricagelijn: porselein. Goedewaagen slaagt erin om een hoogwaardige product bone china op de markt te brengen. Maar 'Plazuid' raakt door deze experimenten in de financiële problemen. In 1965 wordt het bedrijf van de ene op de andere dag gesloten. De verkoopleider van 'Plazuid' Jan Kamer treedt in dienst bij Goedewaagen. Hij zal na het faillissement van Goedewaagen in 1983 het initiatief nemen tot een nieuwe doorstart van dit bedrijf in Nieuw-Buinen.

Ontwerpers

De volgende interne en externe ontwerpers leveren ontwerpen voor de fabriek: C.J. (Chris) van der Hoef;  T.A.C. (Theodoor) Colenbrander; H.L.C. (Henri) Breetvelt; C. (Cornelis) de Lorm; J. (Jan) van Schaik; L. Bogtman; Erich Wichmann; H.J. Jansen van Galen; Gerda van der Velde; Leen J. Muller; Jaap Gidding; Amp Smit; Fons Decker; W.A. Muller; H.A. Verlee; Bernard Richters; Eta Lempke; Tjipke Visser; Jan Schonk.

Afbeeldingen: tekening door Corn. Bosch van fabriekscomplex rond 1920 (bron Vogels); tekenzaal rond 1920 (bron Vogels); advertentie uit 1921 in: Nieuwe Gids voor de Stichtsche Lustwaranda (bron Frans Landzaat); fabriekssignatuur 1900 (bron Vogels); geschilderd signatuur K.P.Z. Unique Metallique, schilder PS (bron Capriolus).

Bibliografie: 
  • Vogels, Hans, e.a. N.V. Koninklijke Plateelbakkerij Zuid-Holland, 1994.
  • Duco, D.H. Koninklijke Goedewaagen (1779-1982), een veelzijdig ceramisch bedrijf, Leiden, 1999.
  • Denslagen, Wim, Gouda - de Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst, Zwolle, 2001.
  • Wit, Bregje de, Op hoop van zaken - de industrialisatie van Gouda 1813-1913, Gouda, 2004.
  • Pluis, Jan, Nederlandse Tegels 1900-2000, 2008.